PharmaPartners wilde de innovatiekracht vergroten en bestaande functionaliteiten sneller doorontwikkelen: vindt u dat dit gelukt is?
Marc Spruit: “Nee, PharmaPartners ontwikkelt op dit moment niet sneller. De time-to-market is erg lang, daar zou ik graag 50% vanaf willen. Maar dat heeft ook voordelen. Nu werken nieuwe functionaliteiten over het algemeen in één keer goed. Het systeem is degelijk, veilig, onderhoudbaar en stabiel. Hier wil je als klant niet op inleveren. Daarnaast ben ik heel blij met alle kleine software-aanpassingen.
#lekkerwerken is fantastisch. Alle kleine ergernissen worden eindelijk verholpen en de work around die ik gebruikte is nu niet meer nodig.”
Raymond Kolman: “Er zijn inderdaad een hele hoop bugs opgeruimd. Voorheen was er voldoende capaciteit voor wat we vanwege landelijke afspraken moesten aanpassen, maar onvoldoende capaciteit voor wat we wilden verbeteren: aanpassingen die plezierig zijn en je werk beter maken. Die capaciteit is nu vergroot en daarvoor is ook het innovatieplatform opgericht. Hieruit is bijvoorbeeld het patiënt dashboard voortgekomen en dat blijkt buitengewoon handig. Wel blijft het lastig voor PharmaPartners om een keuze te maken: niet alle voorstellen vanuit gebruikers voor verbetering kunnen worden uitgevoerd.”
Marc Spruit: “Als je alles wilt doen wat moet, ben je 6 jaar verder en dan heb je nog niet eens écht nieuwe innovaties kunnen doorvoeren.”
‘’Ik vind PharmaPartners een organisatie die in de kern gewend is met klanten te werken. Er zijn andere software-leveranciers die een klantenpanel hebben, maar dat zit niet op het niveau van bijvoorbeeld de Commissie Applicatiebeheer Medicom (CAM). ’’
Een eerlijk gesprek en de juiste focus
Wat loopt goed? Wat kan beter?
En wat doen we eraan?
In het vorige artikel werd benoemd dat PharmaPartners klanten nadrukkelijker gaat betrekken bij het
ontwikkelproces. Heeft u dit verschil ervaren?
Marc Spruit: “Ik vind PharmaPartners een organisatie die in de kern gewend is met klanten te werken. Er zijn andere softwareleveranciers die een klantenpanel hebben, maar dat zit niet op het niveau van bijvoorbeeld de Commissie Applicatiebeheer Medicom (CAM). Deze commissie, en dus de gebruiker, gaat over de besteding van onderhoudsgelden. Dat is redelijk uniek. Hoewel PharmaPartners ook een tijd minder goed heeft geluisterd naar haar klanten en nog steeds beter kan luisteren naar hen.”
Raymond Kolman: “Dat klopt en daarom zijn ze het contact met de gebruikers aan het herstellen. Hier is al veel aandacht aan besteed, waardoor gebruikers weer zaken beginnen te melden. PharmaPartners stelt zich veel meer open.”
Marc Spruit: “PharmaPartners wil echt een eerlijk gesprek met ons voeren: ik kan ieder overleg van de Adviesraad Huisartsenzorg mijn ongezouten kritiek geven. Zo had ik een ergernis omdat het versturen van notificaties vanuit MGn niet meer mogelijk was. PharmaPartners gaf toen aan dat deze aanpassing nodig was vanwege de AVG. Toch bleef de Adviesraad volhouden dat deze aanpassing onwenselijk was, waarna PharmaPartners verder onderzoek heeft gedaan en een plan ontstond waardoor de notificaties wel verstuurd konden worden.”
Welke stappen kan PharmaPartners nog zetten?
Raymond Kolman: “PharmaPartners heeft al veel meer focus gekregen. Nu moeten ze doorgaan met dingen afmaken. Sommige gestarte projecten verzanden namelijk. Dat is jammer. Het is begrijpelijk hoor, want er komt telkens van alles tussendoor. De uitdaging voor PharmaPartners is dus om de grote projecten echt af te maken.”
Marc Spruit: “Daarom vind ik het heel bemoedigend dat PharmaPartners open staat voor een landelijk portfoliomanagement. Zo zouden softwareleveranciers zich kunnen committeren aan een gezamenlijke ontwikkelagenda, zodat de zorg er landelijk op vooruitgaat.
Natuurlijk heeft PharmaPartners eigen kaders en grenzen, maar de organisatie wil zich inspannen om op landelijk niveau mee te praten over wat prioriteit heeft. Zo zouden we doelen kunnen behalen zonder sterke prijsverhogingen. PharmaPartners durft hiervoor over de eigen omheining heen te kijken en dat waardeer ik.”
Een eerlijk gesprek en de juiste focus
Wat loopt goed? Wat kan beter?
En wat doen we eraan?
In het vorige artikel werd benoemd dat PharmaPartners klanten nadrukkelijker gaat betrekken bij het ontwikkelproces. Heeft u dit verschil ervaren?
Marc Spruit: “Ik vind PharmaPartners een organisatie die in de kern gewend is met klanten te werken. Er zijn andere softwareleveranciers die een klantenpanel hebben, maar dat zit niet op het niveau van bijvoorbeeld de Commissie Applicatiebeheer Medicom (CAM). Deze commissie, en dus de gebruiker, gaat over de besteding van onderhoudsgelden. Dat is redelijk uniek. Hoewel PharmaPartners ook een tijd minder goed heeft geluisterd naar haar klanten en nog steeds beter kan luisteren naar hen.”
Raymond Kolman: “Dat klopt en daarom zijn ze het contact met de gebruikers aan het herstellen. Hier is al veel aandacht aan besteed, waardoor gebruikers weer zaken beginnen te melden. PharmaPartners stelt zich veel meer open.”
Marc Spruit: “PharmaPartners wil echt een eerlijk gesprek met ons voeren: ik kan ieder overleg van de Adviesraad Huisartsenzorg mijn ongezouten kritiek geven. Zo had ik een ergernis omdat het versturen van notificaties vanuit MGn niet meer mogelijk was. PharmaPartners gaf toen aan dat deze aanpassing nodig was vanwege de AVG. Toch bleef de Adviesraad volhouden dat deze aanpassing onwenselijk was, waarna PharmaPartners verder onderzoek heeft gedaan en een plan ontstond waardoor de notificaties wel verstuurd konden worden.”
PharmaPartners wilde de innovatiekracht vergroten en bestaande functionaliteiten sneller doorontwikkelen: vindt u dat dit gelukt is?
Marc Spruit: “Nee, PharmaPartners ontwikkelt op dit moment niet sneller. De time-to-market is erg lang, daar zou ik graag 50% vanaf willen. Maar dat heeft ook voordelen. Nu werken nieuwe functionaliteiten over het algemeen in één keer goed. Het systeem is degelijk, veilig, onderhoudbaar en stabiel. Hier wil je als klant niet op inleveren. Daarnaast ben ik heel blij met alle kleine software-aanpassingen.
#lekkerwerken is fantastisch. Alle kleine ergernissen worden eindelijk verholpen en de work around die ik gebruikte is nu niet meer nodig.”
Raymond Kolman: “Er zijn inderdaad een hele hoop bugs opgeruimd. Voorheen was er voldoende capaciteit voor wat we vanwege landelijke afspraken moesten aanpassen, maar onvoldoende capaciteit voor wat we wilden verbeteren: aanpassingen die plezierig zijn en je werk beter maken. Die capaciteit is nu vergroot en daarvoor is ook het innovatieplatform opgericht. Hieruit is bijvoorbeeld het patiënt dashboard voortgekomen en dat blijkt buitengewoon handig. Wel blijft het lastig voor PharmaPartners om een keuze te maken: niet alle voorstellen vanuit gebruikers voor verbetering kunnen worden uitgevoerd.”
Marc Spruit: “Als je alles wilt doen wat moet, ben je 6 jaar verder en dan heb je nog niet eens écht nieuwe innovaties kunnen doorvoeren.”
Welke stappen kan PharmaPartners nog zetten?
Raymond Kolman: “PharmaPartners heeft al veel meer focus gekregen. Nu moeten ze doorgaan met dingen afmaken. Sommige gestarte projecten verzanden namelijk. Dat is jammer. Het is begrijpelijk hoor, want er komt telkens van alles tussendoor. De uitdaging voor PharmaPartners is dus om de grote projecten echt af te maken.”
Marc Spruit: “Daarom vind ik het heel bemoedigend dat PharmaPartners open staat voor een landelijk portfoliomanagement. Zo zouden softwareleveranciers zich kunnen committeren aan een gezamenlijke ontwikkelagenda, zodat de zorg er landelijk op vooruitgaat.
Natuurlijk heeft PharmaPartners eigen kaders en grenzen, maar de organisatie wil zich inspannen om op landelijk niveau mee te praten over wat prioriteit heeft. Zo zouden we doelen kunnen behalen zonder sterke prijsverhogingen. PharmaPartners durft hiervoor over de eigen omheining heen te kijken en dat waardeer ik.”
‘’Ik vind PharmaPartners een organisatie die in de kern gewend is met klanten te werken. Er zijn andere software-leveranciers die een klantenpanel hebben, maar dat zit niet op het niveau van bijvoorbeeld de Commissie Applicatiebeheer Medicom (CAM). ’’